|
|
|
|
In de trail-klasse bestaat het parcours uit verschillende obstakels die je ook kunt tegenkomen in de natuur. (trail riding betekent rijden in de vrije natuur.) De trail heeft een drietal verplichte hindernissen: het openen en sluiten van een hek, achterwaarts door een met balken gevormd parcours gaan en het rijden over vier balken. Ook andere hindernissen mogen worden gebruikt, mits ze vastliggen, niet hoger zijn dan 45 cm en geen gevaar opleveren voor paard en ruiter; bijv. balken waar de combinatie zijwaarts overheen moet gaan, ronddraaien binnen een houten vierkant, door een sloot of over een houten brug.
Bij de trail speelt het vertrouwen van het paard in de ruiter een grote rol. De gehoorzaamheid van het paard, zijn intelligentie en het gemak en de gratie waarmee het zich door het pacours beweegt, worden bij dit onderdeel namelijk beooordeelt.
Wanneer de hindernissen met een redelijke snelheid worden genomen, krijgt de deelnemende combinatie pluspunten. Dit mag echter niet ten koste van de nauwkeurigheid gaan. Het paard moet altijd opletten waar het zijn benen neerzet en mag geen hindernissen omstoten.
|
|
|
|
